Tekortschietende beeldvorming over ons vastgelopen pensioensysteem

Indexeren die pensioenen, het gaat goed en er is geld zat, lees ik vaak de laatste jaren. Afgelopen maandag weer in de NRC: ” De pensioenfondsen beschikken over een enorm kapitaal. Waarom moet dit worden opgepot? Pensioen is uitgesteld loon. Dat wordt nu aan de huidige generatie gepensioneerden onthouden.” Hoe komt het toch dat de discussie steeds bij deze vraag vastloopt? Ja, er wordt al gesproken over persoonlijke pensioenpotjes, afschaffen doorsneepremie, maar daartegen bestaat ook forse weerstand. De polder lijkt hier geen zin in te hebben en de politiek praat, hoopt en kijkt toe. Maar kan bij het huidige pensioensysteem worden volstaan met de kwestie wel/niet indexeren, of zit er meer scheef in ons pensioensysteem? Ik wil hier het laatste onderbouwen en daarmee samenhangende tekortkomingen in de beeldvorming schetsen. Het is toch toch te gek voor woorden als veel goed opgeleide en weldenkende (vaak seniore) burgers oprecht verontwaardigd zijn dat ze vermeende billijke indexatie niet krijgen? Maar wat ik hier vooral ga proberen uiteen te zetten is dat het te gek voor woorden is dat feilen van ons pensioensysteem niet goed voor het voetlicht wordt gehaald.

Ik heb in eerdere stukjes aangegeven dat drie trends de werking van ons pensioensysteem hebben gefnuikt.

  • Zolang de rente op staatsobligaties hoger was dan de vaste rekenrente voldeed de laatste. De rente zakt echter al decennia en is inmiddels nagenoeg nul. Toen de marktrente lager werd dan de rekenrente moest er worden aangepast: voortaan aanspraken contant maken met die marktrente. Echter, als dat daarvoor ook was gebeurd, dan hadden we veel hogere dekkingsgraden gezien die bovendien, anders dan bij een vaste rekenrente, waren gezakt. (Destijds stegen die dekkingsgraden zelfs: door de winsten op de obligatieportefeuille.) Komt nergens in de beeldvorming naar voren, ook voorheen niet. Dat was reuze leuk voor pensioenland: de winsten op de obligatieportefeuille zijn volop uitgedeeld! Begrijpelijk als niemand waarschuwt voor een verslechterend perspectief op veilig rendement. Jammer dat niemand uitlegt dat de vaste rekenrente van voorheen dit uit zicht hield en dat er eigenlijk fors is potverteerd in de negentiger jaren.
  • Als mensen langer gaan leven moeten pensioenfondsen daarmee rekening houden: meer reserveren voor de aanspraken. Bij een beschikbaar premiesysteem zal betrokkene direct merken dat de voorspelde hoogte van zijn pensioen zakt. Maar waar moet dit risico worden ondergebracht? Moet de pensioenspaarder zelf dat risico lopen? Moeten premiebetalers maar meer ophoesten hiervoor? De afgelopen jaren is door (onder andere) het ABP opgemerkt dat hier niet tegen op is te beleggen. Oftewel, veel beleggingsrendement is gelinkt aan deze stijging van de levensverwachting en kan dus niet worden aangewend voor indexatie. Verontwaardigde senioren die indexatie eisen willen dit niet zien. Begrijpelijk als dat zo weinig wordt uitgelegd.
  • Premiebetalers hebben het afgelopen decennium vaak herstelpremie betaald. Waarvoor? Is het redelijk dat zij moeten betalen voor tekorten in de dekking van eerder vastgestelde aanspraken? Is het redelijk dat jongeren moeten bijdragen aan tekorten waar ze part noch deel aan hebben? Enneh, door de veroudering van de babyboomgeneratie ligt de jong/oud verhouding stukken ongunstiger dan voorheen. Dit mechanisme om een tekort aan te pakken werkt stukken beroerder dan in de vijftiger jaren! Ik lees amper over dit zwakke punt van ons pensioenstelsel.

Daarbij komen een paar andere ontwikkelingen:

  • De opkomst van ZZPers, die veelal niet aan een pensioenregeling kunnen deelnemen, heeft bijgedragen aan een nog snellere – dan hierboven in het laatste punt geschetste – veroudering van pensioenfondsen. Dit tikt nogal door in de hoogte van de doorsneepremie, die een met de aanspraken gewogen gemiddelde is van de actuariele premie (die stijgt met de leeftijd). (Dit wordt, uiteraard, nog erger als pensioenfondsen gesloten worden, geen nieuwe deelnemers meer dus.) Per euro aanspraak neemt de premie toe bij veroudering, dus ouderen hebben in het huidige systeem nogal een belang bij toetredenden jongeren. Hebben we het er wel genoeg over of dit redelijk is naar jongeren … en ouderen? De eersten hebben Mark Rutte horen zeggen dat de doorsneepremie op zijn eind loopt. Zitten ze voor nop solidair te wezen? En ouderen die decennia solidair hebben zitten wezen willen nu die solidariteitsstroom hun kant uit zien gaan tot ze met pensioen gaan. Begrijpelijk, eigenlijk is hun voorgespiegeld dat het zo gaat. Maar ook hier mis ik meer diepte in de publieke beeldvorming.
  • Er wordt de laatste jaren volop gepraat over ons huidige niet toekomstbestendige pensioensysteem. Allerlei oplossingen zijn geschetst, denk hierbij aan een PPI, persoonlijke pensioenpotjes (eventueel opgeleukt met buffers), een CDC regeling en nog veel meer. Lastig praten hierover als niet nauwkeurig de problemen met de huidige systematiek wordt benoemd, alsmede eigenschappen van mogelijke nieuwe systemen, vooral in relatie met huidige problemen.
  • De politiek legt het vooral in handen van de polder, werkgever- en werknemervertegenwoordigers. Maar ZZPers vallen zo al snel buiten de boot. Okay, vakbonden hebben gezegd dat die ook aan pensioenfondsen zouden moeten kunnen meedoen. Dat lijkt heel aardig, maar is een pensioenfonds überhaupt een geschikt vehikel voor pensioenopbouw? Is een vakbond het juiste clubje om een cruciale rol te spelen in de pensioendiscussie? Te weinig wordt gezegd dat ze ook een direct belang hebben bij het zo lang mogelijk voortzetten van de huidige systematiek: goed voor hun verouderde achterban (doorsneepremie) en voor baantjes voor bondbobo’s in pensioenfondsbesturen. Zijn vakbonden niet vooral bezig met hun eigen belang? Waarom staan we hierbij niet wat meer stil? Klopt het wel om gewenste solidariteit aan de polder te laten en niet op nationale schaal te organiseren? Overigens hebben werkgeververtegenwoordigers ook belang bij doorgaan met de doorsneepremie: de compensatie voor ouderen die hun leven leven al solidair zijn geweest is begroot op 60 a 100 miljard, als ik het goed heb onthouden. Dat is wel naar buiten gekomen, maar laten we vooral zien dat de polder deze rekening zolang mogelijk voor zich uitschuift!

Hierboven heb ik geprobeerd een schets te maken van allerlei problemen in pensioenland waarbij we te weinig stilstaan. In mindere of meerdere mate zijn ze allemaal te herleiden tot een pot geld als reserve voor zeer diverse aanspraken en belangen. Dit vergt een constant heen-en-weer fietsen tussen aanspraken die tzt tot uitkering komen en geld nu (in de pot). In het verleden werd hiervoor een vaste rekenrente gebruikt. Tegenwoordig gebruiken we de marktrente voor de rekenrente. Allerlei eigenschappen van ons pensioengebouw blijven daardoor verborgen is mijn claim in dit stuk. Kort door de bocht kan zodoende gezegd worden dat ‘de rekenrente het probleem is’: welke keuze we ook maken, de diverse belangen en krachten komen nooit met elkaar in balans. In het verleden, met weinig ouderen en een jonge babyboom, speelde dit amper op. Het systeem zou zonder de hierboven geschetste trends best wel toekomstbestendig hebben kunnen zijn. Het is te triest voor woorden dat allerlei eigenschappen – zoals ik hier heb geprobeerd te schetsen – amper opspelen in de publieke discussie en dat verstandige burgers oprecht menen dat wel-niet indexeren zo zwart/wit kan worden benaderd. Ik vermoed dat de pijn in pensioenland eerst nog veel groter moet worden: misschien dat dan onze ogen geopend worden?

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*