Waarom … ?
Waarom dit, waarom dat, waarom zus of zo: stapelgek kan een mens ervan worden. Ik las net een stukje over defensief reageren: http://www.elephantjournal.com/2015/10/when-were-triggered-how-to-stop-reacting-defensively/. Vaak heel irritant, als spirituele do’s and dont’s weer eens geschetst worden, ook al ben ik het er vaak ergens best wel mee eens.
Waarom?
Waarom is die waarom vraag zo erg, waarom is een stukje dat tot bewustwording oproept zo irritant, moet ik me hierover uitspreken, me verklaren of zelfs verdedigen? Niets moet, maar het gevoel dat er iets moet kan ik niet ontkennen. Dat is wat ik voel bij de waarom vraag. Conditionering? Vermoedelijk. Ik voel ook het kleine jongetje in me een schuldbewuste houding aannemen. Dit spreekt vast boekdelen over het ontstaan van schuldgevoelens bij de waarom vraag. Maar ik voel ook dat de conditionering meer behelst: er ontstaat een voedingsbodem voor lessen van de waarom-vraag-steller. Bovendien ben ik gaan zien dat het conditioneren nog gewoon doorgaat: jong geleerd is oud gedaan, geldt helaas ook hier. Oude rollen worden probleemloos voortgezet, zodoende beide partijen verlammend en groei blokkerend. Psychologie is uiteraard geïnteresseerd in dit soort mechanismen, maar het zou naar mijn smaak onderdeel van de cultuur moeten worden daar meer over te praten. Het constante gevecht over hoe het moet – in huwelijken, gezinnen, bedrijven, politiek, etc. – zou ten minste moeten worden uitgebreid met meer aandacht voor de manier waarop onderwerpen worden opgepikt, hoe we ons tot elkaar (willen) verstaan. Als ik mij in het defensief laat dringen accepteer ik ergens ook een offensieve rol jegens mij. Daarover wil ik praten met deze ‘doener’. De verontwaardiging die ik al levenslang voel als ik me weer eens in het defensief gedrongen voel maakt dat het rechtvaardig voelt om die ander lik-op-stuk te geven. De verdediging klinkt dan al snel als een aanval op die ander, die zich dan – begrijpelijk? – eveneens in het defensief gedrukt voelt en daar verontwaardigd op reageert. Zo ongeveer wordt het Calvinistisch script overgedragen van generatie op generatie. Zo gaat het steeds meer in een cultuur wortelen.
Het is dat vertrouwde en nare gevoel dat maakt dat we dan ineens open staan voor een spirituele boodschap die dit lijkt op te lossen. Juist als deze boodschap een ondertoon heeft van vermanende Calvinistische gelijkhebberij staan we er voor open. Zo gaat de bekeerde oude wijn uit nieuwe zakken drinken. Een vijf stappen plan, zoals geschetst in het artikel in de eerste alinea, helpt dan beslist! Ik ben het met alle vijf eens, aanbevolen. Echter, wederom worden ‘do’s’ omarmt en accepteren we authoriteit van de guru – priester, leraar, heilige, whatever – en laten heel wel mogelijk een kans liggen om meer authenticiteit te ontwikkelen. Bovendien heeft de zender recht op feedback, vind ik. Zoals het verdedigingsmechanisme wortelt in het gekwetste kind in mij, zo geldt dat ook voor het offensieve mechanisme dat maakt dat sommige mensen hun omgeving voortdurend lastig vallen met de waarom vraag. (En dat er bij tegenspel verontwaardigd – of kwaad – nog een pondje bovenop wordt gedaan heeft hier eveneens alles mee te maken.) Niet dat we verantwoordelijk zijn voor de wijze waarop de ander dit dan hanteert, maar ik zie wel een taak om dit soort inzichten openlijk te bespreken opdat het in onze cultuur, in hoe we met elkaar omgaan, opgenomen kan worden.
Het doet me ook denken aan de tonal/nagual van Castaneda. Andere polariteiten die grofweg hetzelfde behelzen zijn hoofd/hart, denken/gevoel, square/round, being annal/going with the flow, yin/yang uiteraard, of wellicht zelfs doen/zijn. Meer bewustzijn, het verzwakken van dergelijke scripts, hoeft een ontwikkeling van een helderder tonal niet te weerstaan – integendeel! Het is mijn beleving dat een treffend narratief kan helpen in groei en geen illusies voedt. Instructies kunnen helpen bij juist handelen, maar een verhaal helpt … en vergt meer. Cruciaal hierbij is het onderkennen van het belang van de interne dialoog. De eerder genoemde scripts hangen hier allemaal mee samen, gevoelens van schuld, schaamte en verontwaardiging ook en dit begint allemaal met emoties in/uit de kindertijd die steeds samengingen met bepaalde taal en taalgebruik. Bij dat laatste bedoel ik hoe er door wie wordt gelachen, ondervraagd, verontwaardigd wordt gesproken, gehuild, etc. De nagual reactie op het script van mijn jeugd gaat relatief makkelijk door helemaal in je zintuigen te gaan, conditioneringen worden dan voelbaar, maar de tonal reactie, het nuchter helemaal zien voor wat het is, vergt meer aandacht en ontwikkeling.
Last, but not least: de onderkenning van kind-rollen bij beide partijen heeft mij enorm geholpen de futiele ridiculiteit van veel alledaagse interacties te gaan zien en om steeds meer het gevoel te krijgen dat ik hier niet meer aan meedoe. Het kleine kind in ons dat het gevoel heeft onterecht ondervraagd te worden kennen we wel, maar het kleine kind in de ander dat kinderlijke verontwaardiging wil uitleven op jou is ook nogal wat om waar te nemen … vooral als het lukt om deze keerzijde van de medaille in de spiegel te gaan zien. Ten slotte, beide partijen worden achter de schermen gedreven door dezelfde notie van kinderlijke onschuld!
Laat een reactie achter