Conflicterende waarden, religie en discriminatie

“Als ik iemand weiger de hand te schudden, omdat hij moslim is, is dat discriminatie. Andersom mag wel, de moslim mag een hand afwijzen. Dan heet het godsdienstvrijheid.” Dit is een uitspraak van Achmed Marcouch dat ik pluk uit de Echo van 17 december jl. Godsdienstvrijheid lijkt gedrag mogelijk te maken dat anders als seksediscriminatie kan worden opgevat. Maar als het om moslima’s gaat beluister ik een onderbouwing die ik als je reinste mannendiscriminatie beleef. Tel daarbij op dat het voorschrift in de praktijk bizar uitpakt: de kledingrestricties zijn bedacht met het oogmerk dat mannen voordurend sluimerende foute driften zouden hebben, maar op straat zie ik dat het samengaat met make-up, roken, high heels en bovendien mag de kleding kennelijk wèl zo nauw om het lijf sluiten dat een fraaie hip-waist ratio de toevallige passant overweldigt. Het dier dat we eten en de wijze waarop dat is geslacht is ook een onderwerp waar allerlei religies zich graag mee bezig houden. Historisch en wellicht principieel ergens nog best te begrijpen, maar kijkend naar hoe de discussie over halal of koosjer slachten er nu bijligt vind ik dit toch veel te ver gaan. Wat mij betreft mag eenieder – natuurlijk – vinden wat ie wil, maar het is te gek voor woorden als hier godsdienstvrijheid om de hoek komt kijken.

Waar gaat religie eigenlijk over? Ik begrijp heel goed dat gelovigen vaak vinden dat het over alles gaat. Maar in een samenleving waarin alle rassen, seksen en religies, de ruimte moeten hebben, krijgen, denk ik dat het vooral als een privé zaak moet worden gezien. Mensen mogen van alles en nog wat geloven, maar in het publieke domein moet dat niet al te erg aan de medeburger worden opgedrongen. Dit betekent wat mij betreft dat in het publieke domein het verbod op discriminatie op basis van sekse en ras zwaarder moet wegen dan godsdienstige voorschriften. Godsdienstvrijheid betekent dan dat eenieder mag geloven wat ie wil, rituelen in een godshuis mag uitvoeren of bijwonen, etc. Maar in het publieke domein val je je medemens daar niet mee lastig. Ik ben steeds meer voor Franse laïcité!

Waarom houdt de staat zich überhaupt bezig met godsdienst? Ik zou het liefst zien dat dit helemaal geregeld wordt via het verenigingsrecht. Zoals duivenmelkers en denksporters hun clubhuizen  hebben, zo mogen mensen met religieuze hobbies dat een godshuis hebben. Godsdienstvrijheid en -discriminatie hoeft dan niet meer apart te worden gehanteerd. De maatschappelijke inbedding wordt dan vormgegeven zoals bij het humanisme en andere maatschappelijke stromingen die (kunnen) lijken op een godsdienst. Hierbij kan worden gedacht aan vrijmetselaars, socialisten, communisten, libertariers, etc. Maar godsdienst wordt ook in de grondwet genoemd en het vergt een tweederde meerderheid om die te veranderen, dus er zal eerst nog wel wat water onder de brug door moeten.

Achter alle discriminatie schuilt volgens mij een universele angst voor de ander. Is de ander een bedreiging of een kans, en zo ja, wat voor één? Wat veilig en vertrouwd is leren we kennen in onze jeugs en zuigen we op als sponzen. Het andere is wat daarvan afwijkt en evolutionair is dat uiteraard (latent) bedreigend. Het vermogen van mensen om samen te werken, of te concurreren, of om te strijden, eventueel zelfs door elkaar of na elkaar, is hierop terug te voeren. Zolang wij deze angst(en) niet onder ogen zien en ons beperken tot gedragsregels als  ‘niet discrimeren!’, zolang blijft deze universele angst voor de ander als een veenbrand woekeren. Populisme steekt de kop op als het gevoel onder de huid kruipt dat de ander bezig is jouw levensruimte te bezetten.

<toegevoegd op 18 januari 2015> Artikel 18 van de universele rechten van de mens: “Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachten, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van geboden en voorschriften.” Moeten we tolerant zijn als een godsdienst afvalligheid verbiedt? Of als een godsdienst onderscheid maakt tussen de seksen op een wijze die menigeen seksediscriminerend vindt? Het oproepen tot terreur is wèl verboden, terwijl dat toch lijkt te moeten mogen volgens bovengenoemd artikel. Hierover moet gepraat worden!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*